Lief Winterlichaam, hoi Feestkilo’s,
Allereerst: hoe gaat het met jullie? Sorry dat ik dikwijls verzuim daarnaar te vragen. Te vaak barst ik vrijwel direct los in een klaagzang of juist in een lofrede over hoe jullie eruit zien of aanvoelen, zonder me af te vragen hoe het nou eigenlijk met jullie gáát. Dat spijt me. Hoe waren jullie afgelopen maanden, zo van de beginnende herfst tot nu, net na de feestdagen? Hebben jullie een fijne tijd met elkaar? Ik hoop het. Ik heb namelijk wel een fijne tijd met jullie – meestal dan. Jullie weten dat ik in ieder geval mijn best doe.