Minder oordelen

DW8A4433

In een gezellige bar in Berlijn zitten mijn vriend Maarten en ik drankjes te drinken. Er zijn drie meisjes, waarvan we er slechts één kennen. Eén van de twee onbekende meisjes praat veel, en hard, maar ze is grappig en dat is leuk. We hebben een goede avond. Wanneer we de bar verlaten, ietwat sentimenteel door de door ons zo geliefde kaneelwodka, vragen Maarten en ik elkaar wat we van de meisjes vonden. ‘Leuk, maar ze praatte wel hard?’ is onze conclusie. En ook: ‘eerst dacht ik alleen maar, wat praat ze hard, maar eigenlijk was ze heel aardig.’ Dat ‘eigenlijk’ zegt alles al. Blijkbaar heeft het meisje in kwestie haar aardigheid moeten bewijzen tegenover ons. Ik vind het tamelijk gênant om toe te moeten geven dat iemand zijn aardigheid aan mij moet bewijzen – ik wil er namelijk gewoon vanuit kunnen gaan dat mensen aardig zijn.

Lees verder Minder oordelen